Dresden, Duitstand 2007
In de week van 13 t/m 19 mei heeft het Volendams Opera Koor, op uitnodiging van het Polizei Chor te Dresden, een concertreis gemaakt met als hoogtepunt het concert samen met dit koor in de Martin Lutherkirche. Vooraf hadden delegaties van beide koren elkaar bezocht om de mogelijkheden en schema’s te bespreken. De organisatie kwam op gang en hotels, lunches, diners, kortom alles moest van tevoren besteld en besproken worden. De eerste dag bezorgde ons het eten al een probleem, doch onze plaatselijke keurslager Wim Runderkamp loste het op, hij sponsorde een paar kratten met broodjes voor onderweg. Bedankt! Het eerste hotel, Sachsen-Anhalt, daar sliepen en aten we alleen. Het was aan de rand van Magdeburg, het was nog nieuw en het eten was goed. De volgende morgen weer verder en onderweg zorgde één van de bussen voor extra spanning, want het rubber van een achterband knapte kapot. Er bleven enkele leden achter en al gauw was er hulp, gelukkig viel de achterstand mee. De mensen van het Polizei Chor pikten ons op en hielpen mee met het gidsen door de stad en gaven ons ook geschiedkundige toelichtingen over de stad. Dat gidsen gebeurde soms ook letterlijk met een politieauto voor de 3 bussen uit, met zwaailicht en al en dat zorgde in de bussen voor hilariteit onder de koorleden.
Na het eten brachten we een bezoek aan de porseleinfabriek te Meissen, het is bijzonder hoe zoiets moois tot stand komt en deze bezichtiging was de moeite waard. De sleutels van ons hoofdverblijf, het KIM-hotel in Dresden, hadden we al uitgereikt gekregen, zodat het inchecken vanzelf ging. Vooraf werden we met een voordracht in klederdracht door een paar koorleden van het Polizei Chor verwelkomd met een likeur en een broodje. Al snel gingen we weer met de bussen naar ons avondeten in een Grieks restaurant ”Odyssea”genaamd, we zongen daar spontaan diverse liederen ook samen met een paar Russische straatmuzikanten, die Hannes Hoya (de grote regelaar) had uitgenodigd. Dinsdagmorgen brachten we een bezoek aan het Semper-Opera gebouw, dit is met recht één van de mooiste operagebouwen van Europa. Het is gebouwd tussen 1871 en 1878 volgens plannen van Gottfried Semper en is bespeeld door de “Sächsische Staatsoper”. Het interieur en de grote zaal met podium was indrukwekkend en we hebben met Piet de Boer als dirigent nog samen “het Slavenkoor” gezongen om de bijzondere akoestiek eens te horen. Prachtig!
Buiten kregen we groepsgewijs een gids toegewezen en we wandelden door Dresden om nog meer historische gebouwen te bezichtigen, vooral de schitterende Katholische Hofkirche met haar Romeinse- en Duitse Barok architectuur en het orgel van Gottfried Silbermann(1755). Uiteindelijk verzamelden we ons in de recentelijk geheel nieuw gebouwde wereldberoemde koepelkerk genaamd “Frauenkirche”, waar we een mis bijwoonde en na afloop bij hoge uitzondering een lied mochten zingen (U zij de glorie). Het was weer een ervaring erbij en het publiek genoot ervan. Op hetzelfde plein staat een restaurant genaamd “Pulverturm”, hier bewaarde men in die tijden(1565) het buskruit en binnen de restanten van de muren zaten we te eten. De bediening liep in klederdracht en we aten ook volgens de traditie uit vroegere tijden. Er werd een heel varken aan het spit binnen gereden en de drank vloeide rijkelijk, zoals vroeger August der Starke dat deed met het Dresdner trechterdrinken. Met de hulp van een accordeonist zongen we gezamenlijk, of solo, diverse operastukken. De jongerenploeg was goed gemutst en hier zou je eens bij moeten zijn, maar dan als koorlid natuurlijk. Woensdagmorgen brachten we een bezoek aan een park “Pillnitz” genaamd, een park met architectuur uit de 16e eeuw en prachtige tuinen. Hier was goed te zien hoe hoog de rivier “de Elbe” buiten haar oevers is getreden, de waterstand was op 17-8-2002 net zo hoog als in het jaar 1845. Het is niet te bevatten, reken maar dat als het water een meter of negen omhoog komt, er heel veel huizen onder komen te staan. Na de lunch moesten we met het koor repeteren in de Martin Lutherkirche en leren zo snel mogelijk weer van het podium af te komen en daarna weer snel terug. De akoestiek in deze kerk was echt bijzonder, want de nagalm was zo heftig dat alleen veel mensen in de kerk dat kunnen dempen. Het concert werd goed bezocht en dus samen met het Polizei Chor en hun begeleiding verzorgd.
Wij hadden als begeleiding Hi-five, dirigent Peter Schlamilch, pianist Jorrit van den Ham en als solisten Anderske Kaspersma(sopraan) en onze Bart Poort(tenor) mee. Jorrit had de beschikking over een electrische piano. Het voordeel van dit apparaat was dat met één druk op een knop het een orgel werd, en dat kwam voor het stuk “Paaskoor”goed uit. Het krijgt een extra dimensie. Anderske zong fris en de gevoelige aria genaamd “bin ich die Unschuld van lande” van Leaar was genieten voor ons. Ook zong ze tijdens het “Villja” de hoge B, Jorrit en Anderske hadden dat van tevoren al geoefend. Het olizei Chor zong erg afwisselend en vooral ingetogen, met armbewegingen en veel “a capella”. Het publiek applaudisseerde na ons optreden erg lang, dat gaf de voorzitter van hun koor ons tijdens de toespraak ook aan. Ze hadden zoiets nog nooit gehoord, en we waren al het zeventigste koor dat met hun begeleiding heeft gezongen. Hij noemde ons door de vele toegiften tijdens de nazitjes een “Jukebox”. De beide voorzitters hebben nog elkaar presentjes uitgereikt ter herdenking en namen afscheid.
De volgende dag hebben we nog een bezoek gebracht aan de “Sachsische Schweiz”, een gebied met prachtige uitzichten en spelingen van de natuur. Met een lift gingen we naar een vesting op een berg in “Königstein” waar de vorsten hun schatten bewaarden en zich veilig waanden. In ons hotel aangekomen hebben we nog gegeten met Hannes en zijn vrouw, waarna hij van iedereen afscheid nam met een hartelijk toespraakje en zou ons zeker nog een keer terugzien. De volgende dag gingen we naar het laatste hotel in Bielefeld, Dormotel geheten, het inchecken ging op de automatische piloot en de eergoden waren voor ons de hele week al gunstig gezind, zo ook deze dag. Na de maaltijd ging menigeen naar het stadje, waar toevallig een kermis was opgesteld. Het was een gezellige en drukke boel daar, maar iedereen was nog moe van de reis en al vroeg lag iedereen in zijn bed. Het uitchecken en de laatste reisuurtjes voor de boeg maakte iedereen zich klaar voor het laatste diner in een restaurant in Leersum genaamd D’Arthuyzen. Het was goed eten daar en ze zwaaiden ons uit voor de rit naar Volendam, waarmee ik afsluit met een woord van dankzegging voor de samenwerking met het bestuur( vooral Piet de Boer, Patricia Rijser en Rita Guijt) busonderneming Hellingman en de vele complimenten van de koorleden.
TENOR 5.